Summary
Dutch to English: more detail...
- voltrekken:
-
Wiktionary:
- voltrekken → execute, accomplish, come to pass
- voltrekken → accomplish, achieve, keep, observe, perform, exercise, fulfil, meet, execute, abide, abide by, realize, realise, carry through, produce
Dutch
Detailed Translations for voltrekken from Dutch to English
voltrekken:
-
voltrekken
Conjugations for voltrekken:
o.t.t.
- voltrek
- voltrekt
- voltrekt
- voltrekken
- voltrekken
- voltrekken
o.v.t.
- voltrok
- voltrok
- voltrok
- voltrokken
- voltrokken
- voltrokken
v.t.t.
- heb voltrokken
- hebt voltrokken
- heeft voltrokken
- hebben voltrokken
- hebben voltrokken
- hebben voltrokken
v.v.t.
- had voltrokken
- had voltrokken
- had voltrokken
- hadden voltrokken
- hadden voltrokken
- hadden voltrokken
o.t.t.t.
- zal voltrekken
- zult voltrekken
- zal voltrekken
- zullen voltrekken
- zullen voltrekken
- zullen voltrekken
o.v.t.t.
- zou voltrekken
- zou voltrekken
- zou voltrekken
- zouden voltrekken
- zouden voltrekken
- zouden voltrekken
diversen
- voltrek!
- voltrekt!
- voltrokken
- voltrekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for voltrekken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
carry out | voltrekken | ten einde dragen; uitdragen; voldragen; zich voltrekken |
execute | voltrekken | doodschieten; doodvonnis uitvoeren; executeren; om het leven brengen; ombrengen; ter dood brengen; terechtstellen; uitvoeren; vermoorden; zich voltrekken |
Wiktionary Translations for voltrekken:
voltrekken
Cross Translation:
verb
-
ten uitvoer brengen
- voltrekken → execute; accomplish
-
gebeuren
- voltrekken → come to pass
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• voltrekken | → accomplish; achieve; keep; observe; perform; exercise; fulfil; meet; execute; abide; abide by | ↔ accomplir — achever entièrement. |
• voltrekken | → realize; realise; achieve; accomplish; fulfil; carry through; produce | ↔ réaliser — construire |
External Machine Translations: