Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. eendracht:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for eendracht from Dutch to English

eendracht:

eendracht [de ~] noun

  1. de eendracht (eensgezindheid; harmonie; eendrachtigheid)
    the harmony; the conscencus; the consonance; the concord; the consensus; the accord; the solidarity; the unanimity; the consensus of opinion

Translation Matrix for eendracht:

NounRelated TranslationsOther Translations
accord eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; harmonie
concord eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; harmonie evenwichtigheid; overeenstemming
conscencus eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; harmonie eensgezindheid; eenstemmigheid; unanimiteit
consensus eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; harmonie eendrachtigheid; eensgezindheid; eenstemmigheid; overeenstemming; saamhorigheid; unanimiteit
consensus of opinion eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; harmonie eensgezindheid; eenstemmigheid; unanimiteit
consonance eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; harmonie harmonie; samenklank
harmony eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; harmonie eendrachtigheid; eensgezindheid; harmonie; saamhorigheid; samenklank
solidarity eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; harmonie eensgezindheid; lotsverbondenheid; saamhorigheid; saamhorigheidsgevoel; solidariteit; solidariteitsgevoel; verbondenheid
unanimity eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; harmonie eendrachtigheid; eensgezindheid; eenstemmigheid; overeenstemming; saamhorigheid; saamhorigheidsgevoel; solidariteit; unanimiteit

Wiktionary Translations for eendracht:

eendracht
noun
  1. het samenwerken of samenleven zonder geschillen
eendracht
noun
  1. agreement or accord

Cross Translation:
FromToVia
eendracht union; join union — (mathématiques) Pour une famille d'ensembles donnée, ensemble des éléments appartenant au moins à un ensemble de cette famille.
eendracht unit; unity unité — Élément singulier, qui a le nombre un.