Summary
Dutch
Detailed Translations for toedekken from Dutch to English
toedekken:
-
toedekken (instoppen)
-
toedekken (iemand instoppen)
Conjugations for toedekken:
o.t.t.
- dek toe
- dekt toe
- dekt toe
- dekken toe
- dekken toe
- dekken toe
o.v.t.
- dekte toe
- dekte toe
- dekte toe
- dekten toe
- dekten toe
- dekten toe
v.t.t.
- heb toegedekt
- hebt toegedekt
- heeft toegedekt
- hebben toegedekt
- hebben toegedekt
- hebben toegedekt
v.v.t.
- had toegedekt
- had toegedekt
- had toegedekt
- hadden toegedekt
- hadden toegedekt
- hadden toegedekt
o.t.t.t.
- zal toedekken
- zult toedekken
- zal toedekken
- zullen toedekken
- zullen toedekken
- zullen toedekken
o.v.t.t.
- zou toedekken
- zou toedekken
- zou toedekken
- zouden toedekken
- zouden toedekken
- zouden toedekken
en verder
- ben toegedekt
- bent toegedekt
- is toegedekt
- zijn toegedekt
- zijn toegedekt
- zijn toegedekt
diversen
- dek toe!
- dekt toe!
- toegedekt
- toedekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for toedekken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
cram in | instoppen; toedekken | |
push in | instoppen; toedekken | binnen drijven; binnen jagen; indrukken; induwen; inschuiven; naar elkaar toe schuiven |
put to bed | iemand instoppen; toedekken | |
stuff in | instoppen; toedekken | |
tuck in | iemand instoppen; instoppen; toedekken | smullen; toestoppen |