Dutch

Detailed Translations for vlegel from Dutch to German

vlegel:

vlegel [de ~ (m)] noun

  1. de vlegel (schoffie; vlerk)
    der Rabauke; der Rüpel
  2. de vlegel (lomperd; proleet; hork; kinkel)
    der Schuft; der Dreckskerl; der Prolet; der Ekel; der ungehobelte Klotz; der Bauer; der Lump; der Flegel; der Tölpel; der Rülpser; der Grobian; der ungeschliffene Kerl; der elender Kerl
  3. de vlegel (kwajongen; deugniet; boefje; )
    die Rotznase; der Lausbub; der Bengel; der Schelm
  4. de vlegel (pummel; lummel; kinkel)
    der Lümmel; der Schlingel; der Rüpel; der Flegel; der Grobian

Translation Matrix for vlegel:

NounRelated TranslationsOther Translations
Bauer hork; kinkel; lomperd; proleet; vlegel agrariër; agrariërs; akkerbouwer; boer; boeren; heikneuter; landbouwer
Bengel bengel; boefje; deugniet; kwajongen; ondeugd; schavuit; schelm; vlegel bengels; jongen; rakker; rekel; stouterd; vlegels
Dreckskerl hork; kinkel; lomperd; proleet; vlegel dreumes; drol; eikel; ellendeling; etter; etterbak; heikneuter; hond; hufter; kaffer; klier; klojo; klootzak; kort en dik persoon; kreng; lul; mispunt; oetlul; onderkruipsel; propje; rotvent; schobbejak; schoelje; schoft; schurk; smeerlap; snertvent; sodemieter; stuk ongeluk
Ekel hork; kinkel; lomperd; proleet; vlegel afgrijzen; deugniet; ellendeling; engerd; fielt; geitenbreier; griezel; griezeltje; gruwen; guit; klier; kreng; mispunt; naarling; rakker; rotzak; schoft; schurk; smeerlap; smiecht; snaak; stinkerd; stuk ongeluk; walging; weerzin; zeikerd; zemel; zeur; zeurkous; zeurpiet
Flegel hork; kinkel; lomperd; lummel; proleet; pummel; vlegel bengels; boef; boer; boerenlul; brutaal joch; brutale kerel; fielt; heikneuter; hork; jongen; lummel; mispunt; naarling; onbeschofte man; ongelikte beer; rakker; rekel; rotjoch; rotzak; schobbejak; schoft; schurk; smeerlap; smiecht; stinkerd; stouterd; vlegels
Grobian hork; kinkel; lomperd; lummel; proleet; pummel; vlegel boer; boerenlul; brutale kerel; eikel; heikneuter; hond; hork; klootzak; lul; lummel; oetlul; onbeschofte man; rekel; schobbejak; schoelje; schoft; smeerlap; sodemieter
Lausbub bengel; boefje; deugniet; kwajongen; ondeugd; schavuit; schelm; vlegel deugniet; guit; rakker; snaak; stinkerd
Lump hork; kinkel; lomperd; proleet; vlegel bandiet; boosdoener; booswicht; deugniet; eikel; ellendeling; fielt; guit; heikneuter; hond; hufter; klier; klootzak; kreng; lul; mispunt; naarling; onverlaat; rakker; rotzak; schobbejak; schoelje; schoft; schurk; slechtaard; slodder; slodderkous; sloddervos; slons; smeerlap; smiecht; snaak; snoodaard; sodemieter; stinkerd; stuk ongeluk
Lümmel kinkel; lummel; pummel; vlegel boerenkinkel; boerenlul; heikneuter; hork; hufter; jongen; klootzak; lummel; rakker; rekel; stouterd
Prolet hork; kinkel; lomperd; proleet; vlegel
Rabauke schoffie; vlegel; vlerk druktemaker; ellendeling; herrieschopper; klier; kreng; mispunt; rabauw; schoft; schoftje; schurk; smeerlap; stuk ongeluk; zenuwlijder
Rotznase bengel; boefje; deugniet; kwajongen; ondeugd; schavuit; schelm; vlegel neus waaruit snot druipt; snotneus
Rülpser hork; kinkel; lomperd; proleet; vlegel boertje; burp
Rüpel kinkel; lummel; pummel; schoffie; vlegel; vlerk belhamel; hufter; jongen; klootzak; raddraaier; raddraaister; rakker; rekel; rouwdouwer; ruw iemand; stouterd
Schelm bengel; boefje; deugniet; kwajongen; ondeugd; schavuit; schelm; vlegel boef; fielt; grappenmaker; guit; jongen; komiek; mallerd; mispunt; naarling; olijkerd; paljas; pias; picaro; rakker; rekel; rotzak; schavuit; schelm; schobbejak; schoft; schurk; smeerlap; smiecht; snaak; stinkerd; stouterd; uilenspiegel
Schlingel kinkel; lummel; pummel; vlegel bengels; boef; drommelse kerel; fielt; jongens; mispunt; naarling; picaro; rakkers; rekel; rotzak; schavuit; schelm; schobbejak; schoft; schurk; smeerlap; smiecht; stinkerd; vlegels
Schuft hork; kinkel; lomperd; proleet; vlegel boef; eikel; ellendeling; fielt; gemenerik; hond; hufter; klier; klootzak; kreng; lul; mispunt; oetlul; rekel; schobbejak; schoelje; schoft; schurk; slodder; slodderkous; sloddervos; slons; smeerlap; sodemieter; stuk ongeluk
Tölpel hork; kinkel; lomperd; proleet; vlegel achterlijke; dommerik; dwaas; gek; heikneuter; hufter; idioot; klont; klonter; klootzak; mallerd; malloot; onbenul; onnozelaar; onnozele kerel; pias; simpele ziel; zot; zottin
elender Kerl hork; kinkel; lomperd; proleet; vlegel
ungehobelte Klotz hork; kinkel; lomperd; proleet; vlegel heikneuter; hufter; klootzak
ungeschliffene Kerl hork; kinkel; lomperd; proleet; vlegel heikneuter; hufter; klootzak

Related Words for "vlegel":


Wiktionary Translations for vlegel:


Cross Translation:
FromToVia
vlegel Flegel flail — tool
vlegel Bengel; Strolch; Schlingel; Frechdachs rascal — someone who is naughty
vlegel Flegel; Dreschflegel fléau — Outil servant à battre le grain
vlegel Bengel; Schlingel; Lümmel gamin — (vieilli) enfant pauvre qui vit dans les rues.
vlegel Bengel; Schlingel; Lümmel morpion — Enfant