Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. obstructie plegen:


Dutch

Detailed Translations for obstructie plegen from Dutch to German

obstructie plegen:

obstructie plegen verb (pleeg obstructie, pleegt obstructie, pleegde obstructie, pleegden obstructie, obstructie gepleegd)

  1. obstructie plegen
    stören; ertragen; entgegentreten; entgegen wirken
    • stören verb (störe, störst, stört, störte, störtet, gestört)
    • ertragen verb (ertrage, erträgst, erträgt, ertrug, ertrugt, ertragen)
    • entgegen wirken verb (wirke entgegen, wirkst entgegen, wirkt entgegen, wirkte entgegen, wirktet entgegen, entgegen gewirkt)

Conjugations for obstructie plegen:

o.t.t.
  1. pleeg obstructie
  2. pleegt obstructie
  3. pleegt obstructie
  4. plegen obstructie
  5. plegen obstructie
  6. plegen obstructie
o.v.t.
  1. pleegde obstructie
  2. pleegde obstructie
  3. pleegde obstructie
  4. pleegden obstructie
  5. pleegden obstructie
  6. pleegden obstructie
v.t.t.
  1. heb obstructie gepleegd
  2. hebt obstructie gepleegd
  3. heeft obstructie gepleegd
  4. hebben obstructie gepleegd
  5. hebben obstructie gepleegd
  6. hebben obstructie gepleegd
v.v.t.
  1. had obstructie gepleegd
  2. had obstructie gepleegd
  3. had obstructie gepleegd
  4. hadden obstructie gepleegd
  5. hadden obstructie gepleegd
  6. hadden obstructie gepleegd
o.t.t.t.
  1. zal obstructie plegen
  2. zult obstructie plegen
  3. zal obstructie plegen
  4. zullen obstructie plegen
  5. zullen obstructie plegen
  6. zullen obstructie plegen
o.v.t.t.
  1. zou obstructie plegen
  2. zou obstructie plegen
  3. zou obstructie plegen
  4. zouden obstructie plegen
  5. zouden obstructie plegen
  6. zouden obstructie plegen
diversen
  1. pleeg obstructie!
  2. pleegt obstructie!
  3. obstructie gepleegd
  4. obstructie plegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for obstructie plegen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
entgegen wirken obstructie plegen
entgegentreten obstructie plegen belemmeren; beletten; verhinderen
ertragen obstructie plegen doorleven; doorstaan; dragen; dulden; harden; lijden; uithouden; uitzingen; verdragen; verduren; verteren; volhouden
stören obstructie plegen afbreken; belemmeren; beletten; doen ophouden; ergeren; hinderen; irriteren; onderbreken; onmogelijk maken; op de zenuwen werken; storen; verhinderen; verstoren; vertoornen; vervelen; voorkomen; voorkómen

Related Translations for obstructie plegen