Summary
Spanish to Dutch: more detail...
-
percibir:
- zien; opmerken; kijken; bekijken; onderscheiden; aanschouwen; ontwaren; turen; staren; aankijken; aanzien; aanblikken; gadeslaan; waarnemen; observeren; gewaarworden; merken; horen; signaleren; voelen; bemerken; bespeuren; te zien krijgen; uit elkaar houden; uiteenhouden; in het oog houden; in de gaten houden; toezien; opletten; casseren; toeschouwen
- innen
- Wiktionary:
Spanish
Detailed Translations for percibir from Spanish to Dutch
percibir:
-
percibir (mirar; ver; observar; distinguir; abarcar con la vista; señalar; distinguirse; hojear; luquear; notar; percatarse de; darse cuenta de; contemplar; reemplazar; divisar; desempeñar; atisbar; vislumbrar; destacarse; substituir; diferenciarse; discernir; suplir; diferenciar; experimentar)
-
percibir (mirar a; dar un vistazo a; observar)
-
percibir (mirar; ver; vigilar; observar; percatarse de; contemplar; dar un vistazo a; distinguir; notar)
-
percibir (notar; ver; observar; estar presente; contemplar; distinguir)
-
percibir (darse cuenta de; observar; entrever; advertir)
-
percibir (distinguir; distinguirse; destacarse; mirar; discernir; percatarse de)
-
percibir (constatar; notar; darse cuenta de; advertir; señalar; distinguir; observar; percatarse de)
-
percibir (distinguir; desempeñar; cumplir; diferenciar; discernir; divisar; distinguirse; diferenciarse; condecorar)
onderscheiden; uit elkaar houden; uiteenhouden-
uit elkaar houden verb (houd uit elkaar, houdt uit elkaar, hield uit elkaar, hielden uit elkaar, uit elkaar gehouden)
-
uiteenhouden verb
-
percibir (vigilar; contemplar; percatarse de; mirar; observar; controlar; prestar atención)
in het oog houden; in de gaten houden; toezien; opletten-
in het oog houden verb (houd in het oog, houdt in het oog, hield in het oog, hielden in het oog, in het oog gehouden)
-
in de gaten houden verb (houd in de gaten, houdt in de gaten, hield in de gaten, hielden in de gaten, in de gaten gehouden)
-
-
percibir (cobrar; recaudar; levantar; imponer; alzar; elevar)
-
percibir (observar; ver; notar; mirar; estudiar; lorear; distinguir; hojear; examinar; inspeccionar)
Conjugations for percibir:
presente
- percibo
- percibes
- percibe
- percibimos
- percibís
- perciben
imperfecto
- percibía
- percibías
- percibía
- percibíamos
- percibíais
- percibían
indefinido
- percibí
- percibiste
- percibió
- percibimos
- percibisteis
- percibieron
fut. de ind.
- percibiré
- percibirás
- percibirá
- percibiremos
- percibiréis
- percibirán
condic.
- percibiría
- percibirías
- percibiría
- percibiríamos
- percibiríais
- percibirían
pres. de subj.
- que perciba
- que percibas
- que perciba
- que percibamos
- que percibáis
- que perciban
imp. de subj.
- que percibiera
- que percibieras
- que percibiera
- que percibiéramos
- que percibierais
- que percibieran
miscelánea
- ¡percibe!
- ¡percibid!
- ¡no percibas!
- ¡no percibáis!
- percibido
- percibiendo
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Translation Matrix for percibir:
Synonyms for "percibir":
Wiktionary Translations for percibir:
percibir
Cross Translation:
verb
-
het genoemde gevoel geven
-
(geld) in ontvangst nemen.
-
verschuldigd geld in ontvangst nemen
-
gewaarworden door aanraking, meestal met betrekking tot temperatuur of druk
-
iets via de zintuigen in zich opnemen.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• percibir | → snappen; vatten; begrijpen | ↔ apprehend — to understand; to recognize |
• percibir | → waarnemen | ↔ perceive — to understand |
• percibir | → gewaar worden; merken; bemerken; vernemen; waarnemen; innen | ↔ percevoir — Traductions à trier suivant le sens |
External Machine Translations: