Summary
English to Dutch: more detail...
-
hard:
- moeilijk; zwaar; ongemakkelijk; lastig; niet makkelijk; onbarmhartig; ongenadig; hard; hardvochtig; ruw; hardhandig; onzacht; kritisch; problematisch; zorgwekkend; kritiek; benard; hachelijk; penibel; benauwd; ernstig; zorgelijk; steenhard; keihard; ijzerhard; bikkelhard; staalhard; kalkhoudend; kalkachtig
-
Wiktionary:
- hardness → hardheid
- hard → hard, kalkrijk, sterk, straf, onweerlegbaar, onweerlegbare, harde, zwaar, moeilijk
- hard → paal
- hard → stug, moeilijk, lastig, slim, zwaar, hard, onzacht, gevestigd, hecht, stevig, vast, moeitevol, moeizaam, zuur, arbeidzaam, ijverig, nijver, vlijtig, werkzaam, naarstig, bedroevend, droevig, triest, droef, smartelijk, treurig, deerlijk, pijnlijk, zeer, bar, duchtig, straf, streng
English
Detailed Translations for hardness from English to Dutch
hardness:
Translation Matrix for hardness:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | callosity; callousness; insensibility; ruggedness; unfeelingness |
Synonyms for "hardness":
Antonyms for "hardness":
Related Definitions for "hardness":
hardness form of hard:
-
hard (difficult; tough; awkward; burdensome; heavy; massive; stiff)
moeilijk; zwaar; ongemakkelijk; lastig; niet makkelijk-
moeilijk adj
-
zwaar adj
-
ongemakkelijk adj
-
lastig adj
-
niet makkelijk adj
-
-
hard (callous; harsh; heartless; ruthless; merciless; cruel; relentless; pitiless)
-
hard (hard-handed; rough; harsh; violent)
-
hard (critical; difficult; problematic; trying)
-
hard (critical; precarious; worrisome; awkward; perilous; review; painful)
-
hard (hard as stone; abrasive; stone-hard; hard as steel; iron-hard; as hard as a nails; hard as iron)
steenhard; keihard; ijzerhard; bikkelhard; staalhard-
steenhard adj
-
keihard adj
-
ijzerhard adj
-
bikkelhard adj
-
staalhard adj
-
-
hard (calcareous; calciferous; limy)
Translation Matrix for hard:
Related Words for "hard":
Synonyms for "hard":
Antonyms for "hard":
Related Definitions for "hard":
Wiktionary Translations for hard:
hard
Cross Translation:
adjective
hard
-
of water, high in dissolved calcium compounds
-
of drink: strong
-
unquestionable
- hard → onweerlegbaar; onweerlegbare; harde
-
severe
- hard → hard
-
demanding a lot of effort to endure
-
requiring a lot of effort to do or understand
-
resistant to pressure
- hard → hard
noun
adjective
-
geconcentreerd
- sterk → concentrated; strong; hard
Cross Translation: