Summary
English to Dutch: more detail...
- reduction:
-
Wiktionary:
- reduction → korting, reductie, vermindering
- reduction → kleinering, debâcle, ondergang, verval, rampspoed, tegenspoed, achteruitgang, verflauwing, vermindering, besnoeiing, daling, verlaging, verzakking, val, vernedering, verootmoediging, degradatie, degeneratie, ontaarding, verwording, afslag, korting, rabat, kwijtschelding, uitstel, herleiding, inkrimping, reductie, zetting, vereenvoudiging, verkleining
English
Detailed Translations for reduction from English to Dutch
reduction:
-
the reduction (price reduction; cut)
-
the reduction (cut down expenses; saving; retrenchment; diminution; finance management; decrease; curtailment; economy; shortening; slackening; foreshortening; recess; dwindling; salary cut; market; cut)
de besparing; de kostenbesparing; de inkrimping; de besnoeiing; de verkorting; de bezuiniging; de bekorting -
the reduction (curtailment)
-
the reduction (diminishing; diminution)
de verkleining -
the reduction (decrease)
-
the reduction
-
the reduction (drop in prices; rebate; discount; price-cut; fall; weakness; sell short; recession; softness)
-
the reduction (simplification; conversion)
-
the reduction (humiliation; debasement; lowering; degradation; abasement)
de vernedering -
the reduction (rebate; discount)
Translation Matrix for reduction:
Related Words for "reduction":
Synonyms for "reduction":
Antonyms for "reduction":
Related Definitions for "reduction":
Wiktionary Translations for reduction:
reduction
Cross Translation:
noun
reduction
-
-
- reduction → korting; reductie; vermindering
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• reduction | → kleinering; debâcle; ondergang; verval; rampspoed; tegenspoed; achteruitgang; verflauwing; vermindering; besnoeiing; daling; verlaging; verzakking; val; vernedering; verootmoediging; degradatie; degeneratie; ontaarding; verwording | ↔ abaissement — action d’abaisser, de s’abaisser, ou résultat de cette action. |
• reduction | → afslag; korting; rabat | ↔ rabais — acte par lequel un vendeur consentir une diminution sur le prix d’un objet ou sur la rémunération d’un travail. |
• reduction | → kwijtschelding; korting; uitstel | ↔ remise — Grâce, rabais, réduction (4-8) |
• reduction | → herleiding; inkrimping; reductie; zetting; vereenvoudiging; verkleining; afslag; korting; rabat; besnoeiing; vermindering | ↔ réduction — action de diminuer, de réduire ou de se réduire, résultat de cette action. |
External Machine Translations: