Summary
English to Dutch: more detail...
-
impinge:
-
Wiktionary:
impinge → beroeren, invloed hebben op, beinvloeden, botsen, raken, treffen
impinge → botsen, beïnvloeden, invloed hebben op, opereren, maken, aanmaken, bedrijven, doen, uitbrengen, uitrichten, uitvoeren, effect sorteren, uitwerking hebben, werken, uitwerken, ageren, bezig zijn, handelen, optreden, te werk gaan -
Synonyms for "impinge":
encroach; entrench; trench; trespass; take advantage
infringe; advance; progress; pass on; move on; march on; go on
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for impinge from English to Dutch
impinge:
Translation Matrix for impinge:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | encroach; entrench; infringe; trench |
Synonyms for "impinge":
Related Definitions for "impinge":
Wiktionary Translations for impinge:
impinge
Cross Translation:
verb
-
To interfere with.
- impinge → beroeren; invloed hebben op
-
To have an effect upon; to limit.
- impinge → beinvloeden
-
To make a physical impact on to collide, to crash (upon).
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• impinge | → botsen | ↔ aufprallen — heftig auf etwas aufschlagen |
• impinge | → beïnvloeden; invloed hebben op | ↔ influer — faire impression sur une chose, exercer sur elle une action qui tendre à la modifier. |
• impinge | → opereren; maken; aanmaken; bedrijven; doen; uitbrengen; uitrichten; uitvoeren; effect sorteren; uitwerking hebben; werken; uitwerken; ageren; bezig zijn; handelen; optreden; te werk gaan | ↔ opérer — accomplir une œuvre, produire un effet. |