Summary
English to Dutch: more detail...
- renovate:
-
Wiktionary:
- renovate → renoveren, hernieuwen
- renovate → uitgeleide doen, uitlaten, renoveren, vernieuwen, terugvoeren, doorgaan, verder gaan met, vervolgen, voortgaan, voortzetten, herstellen, maken, repareren, verhelpen, verstellen, restaureren, weer op de troon brengen, overdoen, overmaken
English
Detailed Translations for renovate from English to Dutch
renovate:
-
to renovate (renew; resume; fix up)
-
to renovate (restore)
-
to renovate (renew; redevelop; interchange; swap; exchange; resume; trade)
-
to renovate (redevelop)
-
to renovate (redevelop)
wederopbouwen-
wederopbouwen verb (bouw weder op, bouwt weder op, bouwde weder op, bouwden weder op, weder opgebouwd)
-
Conjugations for renovate:
present
- renovate
- renovate
- renovates
- renovate
- renovate
- renovate
simple past
- renovated
- renovated
- renovated
- renovated
- renovated
- renovated
present perfect
- have renovated
- have renovated
- has renovated
- have renovated
- have renovated
- have renovated
past continuous
- was renovating
- were renovating
- was renovating
- were renovating
- were renovating
- were renovating
future
- shall renovate
- will renovate
- will renovate
- shall renovate
- will renovate
- will renovate
continuous present
- am renovating
- are renovating
- is renovating
- are renovating
- are renovating
- are renovating
subjunctive
- be renovated
- be renovated
- be renovated
- be renovated
- be renovated
- be renovated
diverse
- renovate!
- let's renovate!
- renovated
- renovating
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Translation Matrix for renovate:
Related Words for "renovate":
Synonyms for "renovate":
Related Definitions for "renovate":
Wiktionary Translations for renovate:
renovate
Cross Translation:
verb
renovate
-
to renew; to revamp
- renovate → renoveren
verb
-
renoveren
-
opknappen, repareren, vernieuwen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• renovate | → uitgeleide doen; uitlaten; renoveren; vernieuwen; terugvoeren; doorgaan; verder gaan met; vervolgen; voortgaan; voortzetten | ↔ reconduire — Traductions à trier suivant le sens. |
• renovate | → herstellen; maken; repareren; verhelpen; verstellen; restaureren; weer op de troon brengen; overdoen; overmaken | ↔ refaire — Réparer, raccommoder, rajuster une chose ruinée ou abîmée. (Sens général) |
• renovate | → vernieuwen; renoveren | ↔ rénover — renouveler, remettre en vigueur. |