German

Detailed Translations for Zins from German to Dutch

Zins:

Zins [der ~] noun

  1. der Zins
    de rente; de interest
  2. der Zins
    de rente

Translation Matrix for Zins:

NounRelated TranslationsOther Translations
interest Zins
rente Zins Zinsen

Synonyms for "Zins":


Wiktionary Translations for Zins:

Zins
noun
  1. Entgelt für die Überlassung von Kapital

Cross Translation:
FromToVia
Zins interest; rente interest — the price of credit



Dutch

Detailed Translations for Zins from Dutch to German

zin:

zin [de ~ (m)] noun

  1. de zin (zegswijze; uitdrukking; frase; gezegde)
    der Ausdruck; Sprichwort; die Formulierung; die Bezeichnung; die Redensart; die Redewendung
  2. de zin (doel; nut)
    der Sinn; die Bedeutung
  3. de zin (zin taalkundig)
    der Satz
  4. de zin (waarde; betekenis; belang)
    der Wert; die Bedeutung; die Tragweite
  5. de zin (geboeidheid; interesse; belangstelling; animo; fascinatie)
    die Interesse; die Fascinierung
  6. de zin (eetlust; lust; trek)
    der Appetit
  7. de zin (geilheid; opgewondenheid; hitsigheid; lust)
    die Geilheit
  8. de zin (zin om iets te eten; trek)

Translation Matrix for zin:

NounRelated TranslationsOther Translations
Appetit eetlust; lust; trek; zin honger; hongergevoel; hongerigheid; trek
Ausdruck frase; gezegde; uitdrukking; zegswijze; zin afdruk; expressie; gelaatsuitdrukking; gezichtsuitdrukking; inleiding; introductie; naam; print; proloog; taalschat; term; uitdrukking; uitdrukkingen; voorbericht; voorwoord
Bedeutung belang; betekenis; doel; nut; waarde; zin afmeting; bedoeling; beduidenis; beduiding; betekenis; dimensie; formaat; grootte; inhoud; maat; mate; omvang
Bezeichnung frase; gezegde; uitdrukking; zegswijze; zin descriptie; grammaticaal predikaat; label; naam; nadere beschrijving; omschrijving; predikaat; term; uitbeelding; verwoording
Fascinierung animo; belangstelling; fascinatie; geboeidheid; interesse; zin
Formulierung frase; gezegde; uitdrukking; zegswijze; zin articulatie; formulering; uitspraak; verwoording
Geilheit geilheid; hitsigheid; lust; opgewondenheid; zin drift; genoegen; genot; lust; wellust
Interesse animo; belangstelling; fascinatie; geboeidheid; interesse; zin aandacht; attentie; belangstelling; interesse; oplettendheid; opmerkzaamheid
Lust haben etwas zu essen trek; zin; zin om iets te eten
Redensart frase; gezegde; uitdrukking; zegswijze; zin expressie; gelaatsuitdrukking; gezichtsuitdrukking; idioom; taaleigen; taalschat; uitdrukking; uitdrukkingen
Redewendung frase; gezegde; uitdrukking; zegswijze; zin expressie; gelaatsuitdrukking; gezegde; gezichtsuitdrukking; redekundig gezegde; uitdrukking; verwoording
Satz zin; zin taalkundig percentage; sequens; sequentie; set; zetsels; zetten; zetwerk; zinsnede
Sinn doel; nut; zin baat; bedoeling; beduidenis; beduiding; betekenis; geest; gewin; inhoud; nut; nuttigheid; profijt; strekking; teneur; winst
Sprichwort frase; gezegde; uitdrukking; zegswijze; zin expressie; gelaatsuitdrukking; gezichtsuitdrukking; idioom; spreekwoord; taaleigen; taalschat; uitdrukking; uitdrukkingen
Tragweite belang; betekenis; waarde; zin bedoeling; beduidenis; beduiding; betekenis
Wert belang; betekenis; waarde; zin bedoeling; beduidenis; beduiding; belang; betekenis; gewichtigheid; merite; verdienste; waarde
- betekenis
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
Satz set

Related Words for "zin":


Synonyms for "zin":


Related Definitions for "zin":

  1. wat bedoeld wordt1
    • dit woord is in figuurlijke zin gebruikt1
  2. wat het oplevert1
    • ik begrijp de zin van die actie niet1
  3. reeks woorden die bij elkaar horen1
    • een zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt1
  4. wat je verlangt dat er gebeurt1
    • jullie willen altijd je eigen zin doen1

Wiktionary Translations for zin:

zin
noun
  1. een serie woorden die gezamenlijk in syntactisch verband een afgerond geheel vormen
  2. betekenis
zin
noun
  1. kein Plural: gedanklicher Hintergrund, Zweck einer Handlung oder Sache
  2. Biologie: bestimmte physiologische Fähigkeit zur Wahrnehmung von etwas
  3. kein Plural: innere Beziehung, Verständnis einer Person für eine Sache
  4. kein Plural: Zustand, Ausrichtung der Gedanken einer Person
  5. kein Plural: die Bedeutungen und Vorstellungen, die sich mit einem sprachlichen Ausdruck verbinden
  6. Linguistik, Syntax: ein abgeschlossener, nach grammatischen Regeln aufgebauter, sprachlich geäußerter Gedanke; speziell: grammatikalische Einheit, bestehend aus einem finiten Verb und allen von diesem Verb verlangten Satzgliedern

Cross Translation:
FromToVia
zin Sinn meaning — significance of a thing, as "the meaning of life"
zin Grund purpose — reason for doing something
zin Satz sentence — grammatically complete series of words consisting of a subject and predicate
zin Absicht; Plan; Ziel; Zweck dessein — Intention d’exécuter quelque chose (sens général)
zin Lust; Wunsch désir — Traductions à trier suivant le sens
zin Satz; Phrase; Redensart phrase — (grammaire, fr) séquence de propositions ordonnés en fonction des règles de la grammaire, permettant de décrire quelque chose.
zin Freude; Genuß; Vergnügen; Wohlgefallen plaisirsentiment, sensation agréable.
zin Absicht; Plan; Äußerung; Ausspruch proposparole échanger dans la conversation.
zin Bedeutung; Sinn sens — Signification
zin Bezeichnung; Meinung; Bedeutung; Sinn; Verstand signification — Ce que signifie une chose ; sens attacher à une chose.
zin Begehr; Lust; Wunsch; Glückwünsch; Streben; Bestrebung; Trachten; Bewerbung souhaitvœu, désir qu’une chose accomplir.
zin Wille volontéfaculté de vouloir, de se déterminer à quelque chose.

Related Translations for Zins