Summary
German to Dutch: more detail...
-
Grund:
- reden; aanleiding; grond; bodem; aardkorst; aarde; uitgangspunt; vertrekpunt; grondgedachte; basis; principe; grondslag; fundament; beginsel; grondstelling; directe oorzaak; veronderstelling; uitgangsvorm; fundering; grondlijn; basislijn; veld; bouwland; akker; oorzaak; motivatie; beweegreden; drijfveer; motief; vloer; bodemoppervlak
- Wiktionary:
German
Detailed Translations for Grund from German to Dutch
Grund:
-
der Grund (Anlaß; Beweggrund; Motiv; Ursache)
-
der Grund (Bodenkrume; Boden)
-
der Grund (Ausgangspunkt; Grundlage; Grundgedanke; Fundament; Fußboden; Unterbau; Fundierung; Grundschicht; Unterlage)
het uitgangspunt; het vertrekpunt; de grondgedachte; de basis; de grond; het principe; de grondslag; het fundament; het beginsel; de grondstelling -
der Grund (Anlaß)
-
der Grund (Ausgangspunkt; Basis; Grundlage; Fundament; Grundgedanke; Unterbau; Grundlinie)
het uitgangspunt; het principe; het vertrekpunt; de basis; de grondgedachte; de veronderstelling; de grondslag; uitgangsvorm; de grondstelling; het fundament; de fundering; het beginsel; de grondlijn; basislijn -
der Grund (Acker; Boden)
-
der Grund (Ursache)
-
der Grund (Beweggrund; Motiv; Motivation; Begründung; Ursache)
-
der Grund (Fußboden; Boden; Erde)
-
der Grund (Boden)
Translation Matrix for Grund:
Synonyms for "Grund":
Wiktionary Translations for Grund:
Grund
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Grund | → bodem; bedding | ↔ bed — the bottom of a lake or other body of water |
• Grund | → bed; bedding; onderlaag; bodem | ↔ bed — flat surface or layer on which something else is to be placed |
• Grund | → bodem; onderkant | ↔ bottom — the lowest part |
• Grund | → aanleiding; reden; oorzaak | ↔ cause — source or reason of an event or action |
• Grund | → aarde | ↔ earth — any general rock-based material |
• Grund | → aarde | ↔ earth — the ground, land |
• Grund | → bodem | ↔ ground — bottom of a body of water |
• Grund | → reden; nut; zin | ↔ purpose — reason for doing something |
• Grund | → reden; oorzaak; motief | ↔ reason — translations to be checked: basic meaning "cause" |
• Grund | → keuze; aangelegenheid; affaire; ding; zaak; oorzaak; reden | ↔ cause — Ce qui fait qu’une chose est ou s’opère. |
• Grund | → rede; verstand | ↔ raison — Traductions à trier suivant le sens |
• Grund | → aarde; aardrijk; bodem; grond; land; aardbodem; fond; ondergrond; voedingsbodem | ↔ terre — sol sur lequel nous marcher, sur lequel les maisons construire, qui produire et nourrir les végétaux. |